Osgood Schlatter
De ziekte van Osgood Schlatter is een overbelastingsblessure van de knie die alleen voorkomt bij jongeren in de groei. Vooral jongens van tien tot vijftien en (minder vaak) meisjes van acht tot dertien jaar krijgen er last van. Meestal verdwijnen de klachten na een paar maanden en vrijwel altijd als de jongeren zijn uitgegroeid.
Wat is het?
De ziekte van Osgood Schlatter is een irritatie van de kop van het scheenbeen bij de aanhechting van de patellapees (die over de knie loopt). Bij jongeren bestaat die scheenbeenkop uit een groeischijf van kraakbeen. Als de patellapees daarop te veel kracht uitoefent, kan die groeischijf pijn gaan doen. De ziekte van Osgood Schlatter kan aan één of beide knieën tegelijk voorkomen.
Wat zijn de symptomen?
Bij Osgood Schlatter voel je pijn net onder je knie, aan de voorkant van het scheenbeen. Vooral rennen en springen kunnen pijnlijk zijn, maar ook fietsen, traplopen, diepe kniebuigingen en knielen kunnen pijn geven. Tijdens het tennissen zijn lage volleys, links-rechtsoefeningen en serveren pijnlijk. Soms gaat de blessure ook gepaard met zwelling van de ‘bobbel’ onder de knie.
Waardoor komt het?
De blessure wordt veroorzaakt door overbelasting.
Belangrijkste advies: aanpassing van de sportbelasting
Minder of minder intensief tennissen is de beste manier om van deze blessure te herstellen. Als je weinig pijn hebt, kun je nog wel de baan op, maar beperk kniebelastende activiteiten als sprint- en sprongoefeningen, lage volleys, intensieve links-rechtsoefeningen en serve- en volleytraining. Bij veel pijn is het verstandiger om enkele weken tot maanden helemaal niet te tennissen.
Tips in de acute fase
- Het kan helpen om een paar keer per dag (en zeker na het sporten) de blessure te koelen.
- Een patellapeesbandje (een speciale tape) kan nuttig zijn.
Beginnen met revalideren
Zijn je hamstrings erg gespannen, dan is het zinvol die regelmatig te rekken. Een geschikte oefening is deze:
Ook het rekken van de voorkant van je bovenbenen is nuttig, maar wees wel voorzichtig. Rek deze spieren niet in de beginfase van de blessure en niet als de pijn daardoor erger wordt.
Ten slotte is dit een geschikte coördinatieoefening:
Weer (meer) tennissen
Gaat de aangepaste tennistraining goed, dan kun je geleidelijk de tennisbelasting weer opbouwen met achtereenvolgens:
- Minitennis (binnen het servicevak).
- Langzaam vergroten van het speelveld, tot aan de baseline.
- Volleys.
- Baselinetennis, met eenvoudige slagen.
- Oefeningen waarbij je verder moet lopen naar de bal.
- Lage volleys, bovenhandse slagen en services (begin met serveren vanaf de servicelijn en bouw de afstand, het aantal en de snelheid geleidelijk op).
- Service en (sprong)smashes.
- Oefenwedstrijd (minimaal twee weken).
- Wedstrijdtennis.
Tips om herhaling te voorkomen
- Doe altijd een volledige warming up en cooling down. Besteed genoeg aandacht aan rekoefeningen. Vooral die voor de oppervlakkige en dieper gelegen kuitspieren.
- Bouw je trainingen rustig op en doe niet te veel sprongoefeningen.
- Draag goede tennisschoenen tijdens het tennissen en hardloopschoenen tijdens het hardlopen.
- Heb je standsafwijkingen, zoals X- of O-benen of plat- of holvoeten, dan kun je die met steunzolen corrigeren.
- Kies bij voorkeur voor een gravelbaan.
- Blijf niet lang in dezelfde houding en/of met opgetrokken knieën zitten.
- Bij deze blessure kun je de ene dag meer last hebben dan de andere. Laat je niet uit het veld slaan en pas je training op gevoel aan.
Geneest de blessure niet vanzelf?
Als de pijn niet verdwijnt als je bent uitgegroeid, dan heeft zich mogelijk een klein stukje bot in de patellapees gevormd. Dat blijft dan irriteren. Tijdens een operatie kan het verwijderd worden.